Aardijkskunde H3.1

Image

Atmosfeer

De dampkring (ookwel Het totaal van gassen om een hemel- lichaam. Om de aarde ca. 100 km dik.atmosfeer) is van groot belang voor ons leven, de dikte van de atmosfeer is moeilijk te bepalen maar je kan uitgaan van zo'n 100km.
De atmosfeer bestaat uit vier lagen:
-1 De Troposfeer (van 8km t/m 18km hoogte). -2 De Stratosfeer (van 18km t/m 50km hoogte). -3 De Mesosfeer (van 50km t/m 85km hoogte). -4 De Thermosfeer (van 85km t/m 100km hoogte).
De troposfeer is het meest belangrijk voor ons leven omdat hier de meest belangrijke waterkringlopen plaatsvinden, ook bevat de troposfeer zo'n 80% van de gassen van de atmosfeer. De stratosfeer is ook heel belangrijk omdat het vooral uit Ozon (O3) bestaat, dit gas blokkeert de straling van de zon die huidziektes/mutaties kan veroorzaken.

Zonne-energie

De aarde ontvangt energie van de zon, hierdoor wordt de aarde warmer maar zonder zon ook weer kouder. Dit staat in evenwicht met elkaar, dit heet energiebalans. Deze energiebalans is over de hele aarde en op lange termijn gelijk maar per deel van de wereld verschilt het, hier is dus het klimaat anders. De oorzaak van een klimaat zijn de klimaatfactoren.
Hier zijn alle klimatfactoren:
-1 Breedteligging
-2 Hoogte in meters ten opzichte van zeeniveau.Hoogteligging
-3 Aan het land stijgt de temperatuur sneller maar daalt het ook sneller.Land vs Aan de kust stijgt de temperatuur langzamer maar daalt het ook langzamer.Zee
-4 Warme zeestromen vs Koude zeestromen
-5 De zijde waar de wind inkomt en vocht met zich meebrengt. Nat als gevolg van stuwings neerslag.Loefzijde vs De zijde die in de luwte van de wind ligt. Droog.Lijzijde
-6 Luchtdrukgebieden (module 2)

Klimaat

Het klimaat van een plek wordt bepaald door over een langere periode (meestal 20-30 jaar) te kijken naar de gemiddelde temperatuur en de gemiddelde neerslag per maand. Dit kan vervolgens in een klimaatgrafiek gevisualiseerd worden, waarbij de lijn de temperatuurverdeling over een jaar weergeeft en de staven de gemiddelde neerslag per maand.

Breedteligging

De energiebalans verschilt per Denkbeeldige lijnen over de aarde, lopend van 0° tot °90 zuiderbreedte en noorderbreedte.breedtegraad. Als je op de bron hieronder kijkt zie je dat om voor de stralen van de zon bij de tropen te komen de afstand en de oppervlakte kleiner zijn dan bij de polen. Uit deze bron kan je halen dat er minder energie naar de polen gaat dan de tropen. Doordat de afstand zo dichtbij/ver weg is is er bij de tropen een overschot en bij de polen een onderschot aan energie. Door dat overschot van de tropen wordt die warmte getransporteert naar de polen en hierdoor start ook de luchtcirculatie en de oceaanstromen.

Image

Hoogteligging

Hoogte in meters ten opzichte van zeeniveau.Hoogteligging speelt ook een grote rol voor het klimaat. De regel is dat per 1000 meter steiging het 6 graden afneemt in temperatuur (zie bron). Des te hoger je komt des te ijler het wordt (de luchtdruk neemt dus af). De warmtebron is normaal het aardoppervlak dus des te hoger je komt, des te verder je van de bron komt.

Image

Andere klimaatfactoren

- Land en Zee (hierboven begrippen). - Windrichtingen (aflandig en aanlandig). - Warme zeestromen en Koude zeestromen. - Loefzijde en Lijzijde. - Luchtdrukgebieden (hoog = droog, laag = nat)